Joodse school Utrecht
.

Mani (Emanuel) Manassen

Mani groeit op in het grote gezin van Mozes en Johanna Manassen-Creveld. Vader Mozes is slager en de slagerij is in de loop der tijd gevestigd op drie verschillende plekken op de Amsterdamsestraatweg. Eerst op nummer 219, daarna op 301 en vlak voor en in de oorlog op nummer 309.[1]

Mani heeft een verstandelijke beperking. Hij gaat naar de BLO school [2] op de Kruisdwarsstraat 6. Als na de zomervakantie van 1941 de joodse kinderen niet meer naar hun eigen school mogen, wordt er een uitzondering gemaakt voor de vier kinderen die op de BLO zitten. [3]

Na overleg tussen de wethouder en het ministerie hoeft er in Utrecht geen speciale klas voor 'debiele' en imbeciele' kinderen opgericht te worden. Mani mag dus gewoon naar zijn school aan de Kruisdwarsstraat blijven gaan. Zijn jongere broer Michel moet wel naar de Joodse school.

In de zomervakantie van 1942 beginnen de deportaties op gang te komen. Vader Mozes is een spaarzaam man en in de herfst van 1942 zorgt hij samen met de oudste zoon Simon dat de kinderen onder kunnen duiken. Mani komt samen met zijn broer Michel op verschillende onderduikadressen terecht. Aan het eind van de oorlog zit hij ondergedoken bij zijn ouders.

Het is wonderbaarlijk dat zowel de ouders als alle kinderen de oorlog overleefd hebben. In de 'opduiklijst staan ze allemaal vermeld: 

Het lijkt dat zij na de bevrijding weer terug kunnen naar hun huis op de Amsterdamsestraatweg 309. Maar het gezin krijgt het huis toegewezen waar een NSB'er woonde op het H.J. Schimmelplein 32 bis.  

Mozes en Johanna Manassen-Creveld in hun huis H.J. Schimmelplein 32 bis [5]

Als later de broers en zussen het huis uitgaan, blijft Mani bij zijn ouders wonen. Hij gaat werken in het Academisch ziekenhuis waar hij medicijnen naar de afdelingen brengt. Mani wordt op zijn werk zeer gewaardeerd. Hij is altijd vrolijk. Toen hij met pensioen ging was er een heel groot afscheid georganiseerd waar heel veel collega’s bij aanwezig waren.

Ook in het gezin Manassen is hij geliefd. Hij houdt erg van dansen en is elke zondag op de dansvloer te vinden. Hij heeft epilepsie en dat gaat soms mis, maar hij krabbelt altijd weer op. Mani geniet zo veel mogelijk van het leven, hij reist veel en maakt vrienden. [4]

Na het overlijden van zijn beide ouders, blijft hij nog een tijd alleen op het H.J. Schimmelplein wonen. Maar dat gaat niet zo goed; regelmatig moeten zijn broers en zussen langs komen om het huishouden weer in orde te maken. Mani vereenzaamt in dat huis. Gelukkig krijgt hij een vriendin, Corrie Wengelaar en hij gaat bij haar wonen in Maarssen. Hij heeft dan inmiddels ook diabetes maar dat weerhoudt hem er niet van om lekker te snoepen en om samen met Corrie van een gebakje (teveel) te genieten. Samen hebben ze nog een mooie tijd. [4]

Mani overlijdt op 12 maart 1999; hij is dan 72 jaar oud.

Mani Manassen (1927-1999) [5]