Lion (Liepman) Brommet
Lion Brommet trouwt op 20 november 1919 met Betje van der Horst. In juni 1921 wordt hun dochter Wanda geboren. Lion is dan onderwijzer in Wormerveer.
Vanaf 1925 is Lion Brommet onderwijzer op de van Twickeloschool in Deventer.
Eind 1941 wordt hij daar vanwege zijn joodse afkomst ontslagen. Hier staat hij nog op de foto met zijn klas in Deventer, vlak voor zijn ontslag:
Als het hoofd van de Joodse school in Utrecht, Eli Herschel, kiest voor een vaste aanstelling elders, komt Lion in beeld als zijn opvolger. Hoewel Lion niet over de juiste akten beschikt om ook hoofd van de ULO-afdeling te worden, is hij toch benoemd als hoofd van beide afdelingen.
Tot de zomervakantie van 1942 is hij hoofd der school. Door de week verblijft hij in het pension van de weduwe Engelsman in de Justus van Effenstraat 1. In de weekenden gaat hij naar zijn vrouw en kind in Deventer.
In juni 1942 mogen joden geen fietsen meer bezitten. Als leraar Hens Lindeman na de vakantie weer terugkomt op school, mist hij Lion:
'Hens mist alleen Brommet nog. "Is ons Hoofd al present?", vraagt hij. Ze kijken hem alle vier verbaast aan. "Brommet? Weet je dat dan nog niet? Die zit in Amersfoort!" "Wat zeg je nou? Waarvoor?" " 't Verbergen van zijn fiets. Verraden." "Goeie hemel!"
Brommet in Amersfoort, in die hel, overgeleverd aan een troep sadisten, die de volle vrijheid hebben gekregen om hun gevangenen naar willekeur te kwellen en te pijnigen. Brommet, die gemoedelijke baas, die zo van een grapje hield – soms was hij wat flauw, zoals veel onderwijzers en leraren, die lang in het vak zijn, maar altijd zacht en vriendelijk tegenover zijn collega's en tegenover de kinderen. Over de vijftig is hij en hij heeft een zwak hart.
Brommet, Brommet, had toch maar je fiets ingeleverd, zo'n dood stuk metal, dat je immers toch niet kon gebruiken zolang de oorlog duurt.'
De zogenaamde 'joodse strafgevallen' worden naar kamp Amersfoort gestuurd. Vandaar is Brommet naar Mauthausen gedeporteerd, waar hij op 16 december 1942 overlijdt. Hij is een van de laatste in de oorlog, waarvan het overlijdensbericht nog naar zijn familie is gestuurd.
In dezelfde maand dat zijn vrouw, Betje het bericht van Lions overlijden kreeg, heeft zij een eind aan haar leven gemaakt.
Op de Joodse school neemt Ben Meijer de taak als hoofd van de lagere school van hem over. Met het administratieve werk, heeft Ben veel problemen, omdat Lion in de zomervakantie de hele administratie mee naar zijn huis in Deventer heeft genomen.
Ben Meijer schrijft een brief aan de wethouder, waarin hij uitlegt dat hij bepaalde gegevens niet kan leveren:
De steen voor Lion Brommet op het Nationaal Holocaust Monument.