Henny (Heina Rosa) Themans
Henny Themans is niet de eerste keus van de Centrale Commissie voor het Joods Onderwijs voor de school in Utrecht. Zij bevelen mejuffrouw Snijders aan.[1]
De Centrale Commissie komt echter terug op dat besluit, omdat ze ontdekken dat mejuffrouw L. Snijders maar twee joodse grootouders heeft. De norm die de Duitsers gesteld hebben voor het 'joods zijn' is dat iemand tenminste drie joodse grootouders moet hebben. De gemeente Utrecht krijgt dan ook een brief van de vader van mejuffrouw Snijders:[2]
Dan komt Henny (officieel Heina Rosa) Themans in beeld.
Henny Themans [3]
Henny komt uit Oldenzaal. Op haar zestiende betaalt ze haar ULO diploma en vier jaar later heeft ze haar kweekschool diploma op zak.[4] Op die Rijkskweekschool is zij bevriend met Anna van Daalen. Tussen 1938 en april 1941 woont ze achtereenvolgend in Zeist, Deventer, Beverwijk en Amsterdam.[5]
In december is zij benoemd als leerkracht op de Joodse school in Utrecht.[6] Na een paar maanden heen en weer reizen, gaat Henny in een pension in Utrecht wonen: Hartingstraat 14 bis. In Utrecht woont ook haar broer Bernhard Themans.[7] Hij is de directeur van het Centraal Israëlitisch Weeshuis. Henny is een jongere zus van Bernard.
Als het leven voor de joden moeilijker wordt, neemt haar kweekschoolvriendin Anna van Daalen contact met Henny op en zij biedt haar hulp aan. In de zomervakantie van 1942 maakt Henny van dat aanbod gebruik. Anna brengt Henny naar haar ouders in Enschede. Die ouders, Gerard en Philippina van Daalen, aarzelen geen moment en bieden haar onderdak aan. Het echtpaar is al op leeftijd en moet rondkomen van een klein pensioentje. Er wordt op de zolder van het huis een verstopplek gemaakt achter een dubbele muur.[8] Per 1 oktober 1942 wordt zij ontslagen als onderwijzeres op de Joodse school. In het ontslagbesluit staat deze verhullende zinssnede:[9]
"Overwegende dat mej H.R. Themans niet in de gelegenheid is haar werkzaamheden als onderwijzeres aan de joodsche school aan het Ondiep 63 te verrichten, besluit..."
Twee en een half jaar blijft Henny bij Gerard en Philippina wonen. Ze helpt in het huishouden en naait en breit kleding, die geruild wordt voor eten. Soms kan Henny op donkere en stille avonden even naar buiten.
Gerard van Daalen[10] | Philippina van Daalen-Scchaap[11] |
Na de oorlog wordt Henny geregistreerd op de zogenaamde Eindhovenlijst. In Eindhoven was het bureau gevestigd waar alle joden die uit de onderduik kwamen of die terugkeerden uit de kampen, geregistreerd werden. Henny duikt op in de Hartingstraat 14 bis; dat is het huis waar ze, toen ze leerkracht was op de Joodse school woonde.
Henny gaat terug naar haar geboorteplaats Oldenzaal. Maar daar is niets meer over van haar familie. Broer Bernhard en zijn vrouw en kinderen zijn vermoord en nog meer familieleden. Alleen haar zus, die voor de oorlog naar Palestina ging, leeft nog. Henny besluit ook daar naartoe te gaan. Ze blijft altijd contact houden met de familie van Daalen.
Op 27 mei 2013 zijn Gerard en Philippina door Yad Vashem erkend als 'Righteous Among the Nations'.