Joodse school Utrecht
.

Ben (Benjamin) Meijer

Ben Meijer is de jongste leerkracht van de Joodse school. Hij is 29 jaar als hij aangesteld wordt. 

Hoewel hij zijn hoofdakte heeft en dus hoofd der school kan worden, geeft de Coördinatie Commissie de voorkeur aan Eli Herschel als schoolhoofd. 

Ben woont met zijn vrouw en kind op de Oranje Nassaulaan in de wijk Hoograven, dat toen nog een deel van de gemeente Jutphaas was. Pas na de oorlog wordt de wijk Hoograven onderdeel van de gemeente Utrecht.

Zijn vrouw, Sibilla Meijer-Goldsmid wordt Bella en Kitty genoemd. Ze komt uit Arnhem. Als Sibilla zes is, overlijdt haar moeder in het kraambed. Een jaar later sterft haar vader aan kanker. De zes kinderen uit het gezin Goldsmid zijn wees. Drie kinderen komen in Utrecht terecht, waaronder Sibilla.

Samen met een broer en zus wordt ze als zevenjarig meisje opgenomen in het Centraal Israëlitisch Weeshuis in Utrecht. Ze krijgt later een opleiding als stenotypiste en werkt in Utrecht als kantoorbediende. Op 28 december 1938 trouwt ze met Ben Meijer. Nog geen zeven maanden daarna wordt hun zoon Simon geboren.

In de zomervakantie van 1942 probeert Ben met zijn gezin te vluchten naar Zwitserland. Lindeman schrijft daar over: 

Ben Meijer vertelt, wat hem tijdens de paniekdagen is overkomen. Hij had relaties aangeknoopt met iemand, die hem naar Zwitserland zou smokkelen. Alles was in orde, hij had voor een flinke prijs zijn meubels verkocht en ze bij avond stiekem het huis uit laten slepen; op het eerste teken kon hij met zijn vrouw en zoontje vertrekken. Ineens kwam er toen een telegram, dat de reis niet kon doorgaan. "We waren er kapot van", zegt Ben. "Al onze hoop hadden we op dit plan gevestigd. En daar zaten we nu, in een leeg huis, gedoemd om hier te blijven! Tot overmaat van ramp hoorden we, dat de "Inventariers" [mensen van het Quartieramt, die de inventaris van huizen noteren] de stad onveilig maakten. Wat moest ik doen? Ik heb in allerijl het hoogstnodige huisraad teruggekocht en het zo gezet, dat de kamers er een beetje toonbaar uitzagen.”

Op de website joodsmonument.nl is inderdaad te zien dat op de inventarislijst van hun woning vrij weinig meubels staan.

Na de arrestatie van Lion Brommet in de zomer van 1942 is Ben Meijer plaatsvervangend hoofd van de lagere school afdeling en Hendrika van der Tonge van de ULO. Aan de gemeente wordt gevraagd om de post niet meer naar het logeeradres van Brommet te sturen, maar naar het adres van de Joodse school.

In het dagboek van Hens Lindeman is er nog een fragment dat gaat over onderwijzer Ben Meijer. Het speelt zich af in februari 1943:

'Op het plein, vlak bij het gebouw van de Joodse Gemeente, [Geertekerkhof] zijn de grotere jongens van de Joodse school aan het handbal spelen onder de leiding van Ben Meijer; de schelle kreten van de enthousiast heen en weer rennende spelers weerkaatsen tegen de muren van de gebouwen rondom het plein en vervullen de lucht met een oorverdovend lawaai. En tussendoor klinkt af en toe het fluitje van Ben – die tegelijk de rol van scheidsrechter en midvoor van een der elftallen op zich heeft genomen – om een overtreding van de spelregels te straffen. Zijn beslissingen zijn altijd in het nadeel van de tegenpartij – stelt Hens, die van opzij toekijkt, geamuseerd vast; de fouten van zijn eigen partij ziet hij eenvoudig over het hoofd. De jongens - die rakkers doorzien iemand zo gauw, hebben dit ook al gemerkt! Verleden week kwam Mijer Keizer na de pauze opstandig de klas binnen en zei vol verontwaardiging tegen Hendrika en Hens: "Ik doe niet meer mee – mijnheer Meijer speelt zo gemeen!" En toen Hendrika hem berispte met een: "Foei Mijer, wat zijn dat voor woorden", antwoordde hij laconiek: “Het is toch waarheid, ze zeggen het allemaal. Moet U maar opletten, de volgende keer." Doch intussen was Mijers boosheid alweer geweken en hij voegde er vergoelijkend aan toe: "Nou ja, 't is niet zo erg hoor – hij doet het niet expres”

Zo denken de andere jongens er ook over; ze halen, na een verkeerde beslissing van hun leermeester en scheidsrechter maar eens berustend de schouders op en nemen het hem verder niet kwalijk. Ten slotte heeft het ook zijn nut, dat mijnheer Meijer zo verzot is op het handballen: hij rekt er de pauze van twintig minuten dikwijls voor tot bijna een half uur.'

Twee maanden na de handbalwedstrijd komt Ben Meijer met zijn gezin terecht in kamp Vught. Daar worden ze in verschillende barakken ondergebracht. Ben gaat op 3 juli op transport naar Westerbork, waar hij drie dagen later vertrekt naar Sobibor, waar hij vergast wordt.

Sibilla gaat samen met de driejarige Simon met in het zogenaamde Kindertransport op 8 juni 1943 via Westerbork meteen door naar Sobibor om daar drie dagen later vermoord te worden.