Statistieken
Van de 193 leerlingen zijn er 63 van oorsprong Duitstalig. De meeste van de Duitstalige leerlingen kwamen na de Kristallnacht naar Nederland en waren dus in begin 1942 zo'n drie jaar in Nederland.
Van 58% van de leerlingen is het zeker dat zij zijn vermoord in de kampen. Dat verschilt niet erg van de 54% van alle Utrechtse joden die vermoord zijn. Van 42% van de kinderen is bekend dat zij de oorlog overleefd hebben of het is niet duidelijk wat er met hen gebeurd is.
Van de 112 vermoorde kinderen van deze school, zijn er 89 vermoord in de periode juli 1942 t/m september 1943. Die periode was de top van de deportaties. Tussen 1 oktober 1944 en 31 maart 1945 is er nog een kleine opleving wanneer er nog 13 leerlingen van de Utrechtse school vermoord worden.
Bijna de helft van de vermoorde leerlingen is gestorven in vernietigingskamp Sobibor. Opvallend is dat Ursula Stern, één van de twee Nederlandse vrouwen die de opstand in Sobibor hebben overleefd, ook leerling was van de Utrechtse joodse school.