Joodse school Utrecht
.

Hendrika van der Tonge

Om Hendrika van der Tonge te typeren is de getuigenis van een oud leerling uit de periode voor de oorlog misschien wel het meest tekenend:

Ik, Henk Offerman, was een van haar leerlingen in het schooljaar 1937/1938. Al gauw merkte mijn juf (Hendrika v. d. Tonge) dat ik grote problemen had met lezen en schrijven (tegenwoordig dyslexie genoemd). Ik had een zeer slecht geheugen voor het geschreven woord, maakte daardoor vele onverklaarbare fouten en schreef bovendien ook vaak in spiegelschrift. Mijn juf Hendrika wist zich geen raad met deze, voor haar nog niet eerder waargenomen, afwijking. Mede door mijn vader is zij in contact gekomen met Professor Waterink te Amsterdam, die een speciale methode had ontwikkeld voor deze problematiek. En zo kwam het dat zij mij regelmatig na schooltijd apart heeft genomen en mij, middels deze methode, het lezen en schrijven met veel geduld heeft aangeleerd.

In de eerste helft van 1938 werd bekend dat ons gezin i.v.m. het werk van mijn vader, moest verhuizen van Huizen naar Amersfoort. Dit kwam erop neer dat ik de laatste 2 maanden van dat schooljaar op een andere school in Amersfoort zou moeten afronden. Mijn juf Hendrika had moeite met het gegeven dat de zo succesvol gebleken methode op dat moment moest worden stopgezet. Zij stelde dan ook zelf voor, dat ik tot het einde van het schooljaar bij haar en haar moeder in huis kon komen wonen, om zo het schooljaar te kunnen afronden en de extra lessen te kunnen voortzetten. Mijn ouders stelden dat zeer op prijs en ik heb daar dus 2 maanden gelogeerd. 

Ik heb hele goede herinnering overgehouden aan deze tijd in hun huis op de Oude Naarderweg 1 te Laren. Behalve het gevoel dat ik het daar erg fijn heb gehad, kon ik mij later, vanwege mijn jonge leeftijd (10 jaar), niet zoveel meer herinneren. Wel wist ik nog dat zij me verteld heeft, dat haar vader kunstschilder is geweest en een eigen atelier daar aan huis had. Haar vader was echter al overleden voor ik daar logeerde. Al met al hebben haar inzet en het feit dat zij en haar moeder mij zo gastvrij in hun huis hebben opgenomen, een onuitwisbare indruk bij mij achtergelaten. 

Hendrika moet naar Amsterdam verhuizen en wordt opgepakt. Op 25 mei 1943 komt zij aan in Westerbork en een week later gaat zij op transport naar Sobibor, waar ze onmiddellijk na aankomst vergast wordt.

Ze staat vermeld op de transportlijst van 1 juni 1943: