Joodse school Utrecht
.

Hella Hopfenmaier

Over Hella zelf is niet veel te vinden, behalve dat ze op de Joodse school in de tweede klas van de ULO zit en dat ze, met haar ouders en zus, woont op het Majellapark 53. 

Het gezin waarin ze opgroeit heeft echter wel sporen achtergelaten. Vader Max heeft in de Eerste Wereldoorlog in het leger gezeten en ontving daar een onderscheiding: 'Militär Verdienst Keuzes 3. Klasse. Begin dertiger jaren is hij de eigenaar van een verfstoffen-fabriek, de Süddeutschen Öl-, Lack und Farben-Industrie Erlangen.[1] Binnen de kleine joodse gemeenschap in Erlangen is hij actief; hij wordt genoemd als een van de leiders. In 1932 is hij voorzitter van de joodse gemeente.[2]

In 1936 komt de verordening van de nazi's dat joden niet meer in de industrie mogen werken en Max verliest zijn baan. Hij besluit naar het neutrale Nederland te gaan. Op 6 januari 1937 arriveert hij in Rotterdam. Als hij daar een mooi huis heeft gevonden, komt in april de rest van het gezin over. Ze wonen in de Rochussenstraat 329b.[3][4] Max gaat de autohandel in.

Al gauw na de bezetting moeten alle niet-Nederlandse joden uit de kuststreek verhuizen. Rotterdam wordt gerekend tot de kunststreek. Het gezin verhuist naar Utrecht waar ze in een prachtig nieuwbouwhuis gaan wonen: Majellapark 53. Kennelijk is het gezin in goede doen, want ze krijgen in oktober 1940 zelfs een telefoonaansluiting.[5]

In januari 1942 trouwt Ingeborg, de vijf jaar oudere zus van Hella, met Jacob Walg. De joodse huwelijksvoltrekking vindt plaats in de synagoge op de Springweg. De verloving en trouwerij worden met advertenties aangekondigd in vele verschillende kranten.[6] 

Ingeborg  Hopfenmaier [7]

Ingeborg en Louis gaan in Den Haag wonen. Zij moeten zich in november 1942 melden voor transport naar Westerbork. 

Op 23 april 1943 moet Utrecht 'judenfrei' zijn. Max, Betty en Hella komen op 13 april 1943 aan in Westerbork. Daar zien ze de hoogzwangere Ingeborg weer terug. De ouders van Hella zullen hun kleinkind niet meer zien, want ze moeten op 30 april op transport naar Sobibor, waar ze onmiddellijk na aankomst vergast worden. Hella blijft nog bij haar zus en zwager in Westerbork. Op 19 juni 1943 wordt Karin geboren, de dochter van Jacob en Ingeborg. Vier dagen later overlijdt de baby. Drie weken na het overlijden van Karin gaan Hella, Ingeborg en Jacob op transport naar Sobibor. Hella wordt daar op zeventien jarige leeftijd vermoord.