Joodse school Utrecht
.

Käthe en Ursel Seelig

Käthe en Ursel zijn in Berlijn geboren. Als zij nog erg jong zijn overlijdt hun moeder, Hedwig Seelig-Lewig. 

Kathe Seelig (foto Joodsmonument.nl)

Ursel Seelig (foto Joodsmonument.nl)

Het gezin woont in Berlijn in de Putbusser Strasse 11[1]. Het boek van Walter vermeldt dat vader Emil muzikant is. Joodsmonument zegt dat hij reclamevakman is en op zijn trouwacte met de stiefmoeder van de zusjes Seelig staat dat hij tekenaar is. 

Een jaar nadat Hitler in Duitsland aan de macht is vlucht vader Emil op 10 februari 10 februari 1934 met zijn drie dochters, Hella, Käthe en Ursel naar Nederland. Zij wonen in Amsterdam. Emil ontmoet hier de Duitse Erika Behrendt. Zij trouwen op 8 januari en het gezin verhuist in februari 1942 naar Utrecht, waar ze gaan wonen in het huis van de broer van de stiefmoeder van de meisjes: Erich Behrendt op de Singelstraat 20 bis. Later verhuist Erich naar Den Bosch[2], zodat het gezin van Emil en Erika het huis alleen hebben.

Käthe en Ursel staan ingeschreven op de Joodse school in Utrecht als leerlingen van de eerste klas van de ULO (Uitgebreid Lager Onderwijs). 

Wat er precies gebeurt is niet te achterhalen. Maar de jongste dochter Ursel komt terecht in het kinderhuis Colson in Amsterdam.[3] Dit kinderhuis wordt geleid door de feministische voorvechtster Christina Colson-Timmer[4]. Zij vangt daar behoeftige kinderen op. Vooral kinderen met een geestelijke achterstand. In de politierapporten van Amsterdam zijn vele aangiften te vinden van kinderen uit het huis die verdwaald of weggelopen zijn. Er is ook sprake van joodse onderduiker in het kinderhuis. Mogelijk heeft vader Emil nog geprobeerd om zijn jongste dochter daar te laten onderduiken.

 Christina Timmer [5]

Hoewel Ursel mogelijk in Amsterdam was, komen bijna alle leden van het gezin Seelig op 19 augustus 1942 aan in Westerbork.  Oudste zus Hella komt een dag later aan. Maar allemaal gaan ze op 21 augustus 1942 op transport naar Auschwitz. Daar wordt stiefmoeder Erika en de kinderen Käthe en Ursel meteen na aankomst vergast.

Vader Emil wordt tewerkgesteld als 'Holzarbeiter'. Hij houdt het nog een maand uit en sterft op 17 september 1942.[6] Hella, de oudste dochter wordt ook tewerkgesteld als 'Schneiderin', ook zij houdt het niet lang vol. Ze sterft op 8 september 1942.[7]

V.l.n.r Käthe, Erika, Emil, Hella, Ursel. Niemand overleefde de oorlog.