Joodse school Utrecht
.

Bernd, Bella en Felix Emanuel

Als in Duitsland in 1933 Hitler aan de macht komt hebben vader Markus en moeder Martha Emanuel als zes kinderen. De jongste twee zijn de tweeling Bernd en Bella. Al een half jaar na de machtsovername besluit het gezin te emigreren naar Nederland. Tot in ieder geval 1935 wonen ze in Utrecht, want daar wordt het zevende kind van het gezin geboren, Felix. Ze verhuizen naar Rotterdam [1], waar in 1939 nog een zusje geboren wordt. Als beroep van vader Markus heeft de gemeente Rotterdam genoteerd: 'koopman in overzeesche huiden'.

Als in 1941 het bevel komt dat alle Duitstalige mensen uit de kuststrook naar het binnenland moeten verhuizen, Gaat het echtpaar met hun acht kinderen naar Utrecht terug, waar ze in de Schoeder van der Kolkstraat 19 bis gaan wonen.

 Bernd uiterst rechts; Bella links naast vader en Felix tussen vader en moeder in. [2]

In Utrecht gaat de tweeling Bernd en Bella naar de school aan de laan van Puntenburg. Nadat in augustus alle Utrechtse scholen hebben moeten opgeven welke Joodse leerlingen zij hebben, worden het die leerlingen verboden om vanaf 1 september die school te bezoeken. Zij moeten naar een speciale Joodse School in Ondiep. Ook broertje Felix is dan oud genoeg om naar de eerste klas van de lagere school te gaan. 

Bernd, Bella en Felix op de leerlingenlijst van de Joodse school.

Vader Markus mag zijn beroep niet meer uitoefenen, maar heeft een baantje bij de Utrechtse Joodse Raad. Het gezin is orthodox en Vader Markus wordt benoemd in de 'rituele commissie.' [3]

Bella is inmiddels toegelaten tot de eerste klas van het Joods Lyceum. In de notulen van de lerarenvergadering wordt er over haar prestaties gesproken. In de notulen staat:

'Bella Emanuel: zeer zwakke lijst, men is van mening dat deze leerling wellicht meer zou kunnen presteren.' [4]

Eind april 1943 moet de stad Utrecht 'judenrein' zijn. Het gezin moet onderduiken, maar dat kan natuurlijk niet op een plek. Op diverse plekken kunnen de kinderen en ouders onderduiken. [5] 

De beruchte jodenjager van de politie, Jan Smorenburg komt achter het adres waar een deel van het gezin onderdoken zit en pakt ze op. De voorzitter van de Utrechtse Joodse Raad verklaart na de oorlog:

'De Emanuels waren vrienden van mij. Ik wist dat zij in het bezit waren van een paspoort uit Paraguay, dat neutraal was, en ik overlegde met (Fritz ) Elsas hoe wij daarvan gebruik konden maken om ze vrij te krijgen. Elsas ging naar het hoofdbureau van politie. (...) Rechercheur Smorenburg belde de Sicherheitsdienst in Amsterdam op met de vraag wat hij met deze onderdanen van Paraguay moest doen. De SD zat er ook mee verlegen en zei dat ze konden worden vrijgelaten. Smorenburg wilde toen wel 1000 gulden hebben voor zijn moeite om deze Joden vrij te laten.' [6]

De na-oorlogse vermelding op de inventarisatie van alle mensen die een (nep)paspoort hebben gekregen via de Poolse consul in Zwitserland [7] Meer informatie over de Lados lijst hier.

Het hele gezin keert terug naar hun huis op de Schoeder van der Kolkstraat. Door hun valse paspoorten denken ze veilig te zijn.  Mogelijk heeft Jan Smorenburg zijn Amsterdamse collega jodenjagers van de Colonne Henneicke getipt dat het gezin weer helemaal compleet op hun huisadres zit. Acht weken na hun arrestatie door Smorenburg komt nu de colonne Henneicke langs om alle tien Emanuels op te pakken. Wim Henniecke heeft daarvoor 10 x 7,50 = 75 gulden ontvangen. [8] Op 17 juli 1943 komt het gezin in Westerbork. Dankzij hun paspoorten gaan ze niet naar de vernietigingskampen maar naar Bergen-Belsen. De omstandigheden in dat kamp zijn echter ook gruwelijk. Vader Markus, Felix en het jongste kind overlijden daar door ziekte en voedselgebrek. Moeder Martha en de tweeling Bernd en Bella en nog een broertje worden in veewagens geladen en die trein probeert een goed heenkomen te vinden tussen het front van de Russen in het oosten en het geallieerde front in het westen. Moeder Martha sterft in de trein. Die trein met de drie kinderen Emanuel komt uiteindelijk tot stilstand in het dorpje Tröbitz. Daar worden ze door de Russen bevrijd. Bernd komt uiteindelijk terecht in de Joodse Invalide, het ziekenhuis in Amsterdam. Hij en zijn broer komen later terecht Veenendaal bij de familie van Essen. Bella wordt liefdevol opgenomen in het gezin van de Utrechtse secretaris van de Joodse gemeente, van Gelder.  'Voor iemand die de naam Emanuel [God met ons] draagt is in Utrecht altijd plaats.' [9]

De overlevende vier kinderen Emanuel emigreren na de oorlog naar Israel. Bernd trouwt daar met de oudste dochter van Alex de Haas, de voorzitter van de Utrechtse Raad.

V.l.n.r. Felix, Bella en Benrd.

Jarenlang doen de vier kinderen Emanuel onderzoek naar de plek waar hun moeder Martha begraven is. In 2011 blijkt dat ze op een voormalige begraafplaats in Lüneburg ligt. De familie Emanuel laat een gedenkplaat maken voor alle overledenen van de 'Verloren trein' die daar begraven liggen. Tien leden van de familie Emanuel reizen in mei 2011 naar Lüneburg. Zij hebben aarde van de Tempelberg in Jeruzalem meegenomen om volgens oud Joods gebruik op het graf van hun moeder/ grootmoeder te leggen. Ook de dan 81-jarige Bernd is daarbij.[10]

Bernd Emanuel met een foto van zijn ouders.